Skip to main content
home-page
home-page
Ga terug naar het overzicht van nieuwsitems

"Oud word je liefst niet alleen"

Heel wat ouderen laten ons via Bepaal je eigen verhaal weten, dat ze openstaan voor alternatieve woonvormen. Maar vaak botsen ze op de betaalbaarheid ervan en op wettelijke moeilijkheden. Anja Declercq, directeur van LUCAS- Centrum voor Zorgonderzoek en Consultancy van KU Leuven, breekt een lans voor een structureel en betaalbaar aanbod van alternatieve woonvormen waarbij ouderen samenwonen of co-housen. Ze ziet er heel wat oplossingen in, onder meer om eenzaamheidsgevoelens bij ouderen te doen afnemen.  

Misverstanden de wereld uit 

Het is een misverstand dat ‘alle’ of ‘de meeste’ ouderen hulpbehoevend zijn. De meeste ouderen wonen zelfstandig thuis en kunnen zelf huishoudelijke en andere taken uitvoeren. Vele ouderen bieden zelfs hulp aan anderen. De Zorgenquête 2021 van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin toont dat bijna 22% van de Vlaamse mantelzorgers ouder is dan 65 jaar. Ze geven hulp en ondersteuning aan partners, ouders, kinderen of vrienden.  

Ook bij de zorgvrijwilligers zijn ouderen sterk vertegenwoordigd: bijna 40% is 65 jaar of ouder. Dat op zich nuanceert al de stigmatiserende krantenkoppen over de kosten van de vergrijzing die de pan uitswingen. De economische waarde van de mantelzorg die ouderen geven en het vrijwilligerswerk dat ze doen, is niet te onderschatten. 

Uitgebreid maar versnipperd zorgaanbod  

Wanneer iemand dan toch moeite krijgt met wat men ‘activiteiten van het dagelijkse leven’ noemt, zoals poetsen, boodschappen doen of koken en in een latere fase ook met zich wassen en andere meer persoonlijke taken, dan is er vaak hulp beschikbaar. Uit de Zorgenquête 2021 blijkt eveneens dat 21,7% van de Vlaamse 65-plussers mantelzorg krijgt. Bijna 5% krijgt hulp van een zorgvrijwilliger en 21,1% krijgt professionele hulp. Velen combineren verschillende vormen van hulp en ondersteuning. En ongeveer 8% van de 65-plussers woont in een woonzorgcentrum. Het gaat vooral om oudere ouderen met ernstige fysieke en/of cognitieve problemen. In 2020 was hun gemiddelde leeftijd 87 jaar. 

Het zorgaanbod is in Vlaanderen erg uitgebreid en behoorlijk toegankelijk. Er zijn uiteraard werkpunten. Zo heeft de gezinszorg nood aan verdere uitbreiding van het aantal gesubsidieerde uren en is het aanbod niet in elke regio even groot. Het landschap is ook erg versnipperd, wat het moeilijk maakt voor de gemiddelde burger om goed zijn of haar weg te vinden. Daar wordt evenwel aan gewerkt via initiatieven van de Vlaamse overheid zoals Alivia en de Eerstelijnszones.  

Eenzaamheidsgevoelens 

Maar een mens is meer dan een lichaam. Sociaal contact en het gevoel deel uit te maken van een samenleving, zijn minstens even belangrijk als praktische zorg en ondersteuning. Uit een onderzoek dat de Koning Boudewijnstichting liet uitvoeren, blijkt dat veel ouderen eenzaam zijn en dat dat probleem eerder toe- dan afneemt. Bovendien nemen deze gevoelens toe met de leeftijd. 17% van de 75- tot 79-jarigen voelt zich meerdere keren per week tot zelfs dagelijks (6%) eenzaam. 36% voelt zich af en toe eenzaam. Slechts 44% voelt zich nooit eenzaam. Bij de 80- tot 84-jarigen zijn de cijfers zelfs nog prangender. Eenzaamheid is sterk gerelateerd aan gezondheidsproblemen. Onderzoek wijst uit dat eenzaam zijn hetzelfde effect heeft op de gezondheid als het roken van vijftien sigaretten per dag. En dat herstel na een medische ingreep minder goed verloopt bij wie eenzaam is.   

 

Sociaal contact en het gevoel deel uit te maken
van een samenleving, zijn minstens even belangrijk
als praktische zorg en ondersteuning.

 

Eenzaamheid en sociaal isolement zijn niet hetzelfde. Eenzaamheid is een subjectief gevoel, sociaal isolement is een objectief beperkt aantal contacten. Beide zijn uiteraard gerelateerd, maar vallen niet samen. Ook het sociaal isolement neemt toe. Ongeveer een derde van de 65-plussers woont alleen. Door demografische evoluties en door veranderende patronen in relaties groeit dit percentage jaar na jaar. Alleen wonen impliceert niet alleen dat er geen inwonende mantelzorger is die eventueel wat meer intensieve zorg kan bieden. Het verhoogt ook de kans op sociaal isolement en eenzaamheid.  

Ontmoeting verbetert de levenskwaliteit 

Ruimte geven aan ontmoeting impliceert dus het verbeteren van de kwaliteit van leven en het preventief werken aan gezondheid. Dit kan op elk schaalniveau. Het dichts bij huis zijn de straat en de tuin. Een verbreding van het voetpad met een zitbank, een autoluw plein, een straatfeest, een gedeelde tuinstrook. Op niveau van de buurt kennen we parken en pleinen, maar voor veel ouderen zijn vooral de publieke binnenruimtes van grote waarde: de bibliotheek, het restaurant van het lokaal dienstencentrum of het buurtcentrum. Het zijn laagdrempelige plekken die openstaan voor iedereen, met de nodige voorzieningen, zoals sanitair, zitgelegenheid en cafetaria.  

 

Ruimte geven aan ontmoeting
impliceert dus het verbeteren van de kwaliteit van leven
en het preventief werken aan gezondheid. 

 

Naast deze geprogrammeerde ruimtes heeft een buurt ook nood aan plekken waarvan de functie of het gebruik niet helemaal vastligt. Hier kunnen initiatieven spontaan ontstaan. Het zijn ruimtes die kansen bieden aan dat wat in het reguliere aanbod nog niet bestaat of geen plaats vindt. Daar liggen dus kansen voor lokale besturen en voor ruimtelijke ordening. 

Maar ook wanneer die ruimtes er zijn, dan zijn de mogelijkheden tot ontmoeting vaak geconcentreerd tijdens een deel van de dag. Dienstencentra, buurtwerkingen en andere initiatieven voorzien vooral in de namiddag activiteiten. En dan is men toch nog vaak alleen ’s ochtends, ’s avonds en ‘s nachts. Eenzaamheid betreft ook het niet kunnen delen van dagdagelijkse dingen, zoals tv kijken of een praatje bij het ontbijt. Of de wetenschap dat er nog iemand in huis is voor het geval er iets onaangenaams gebeurt. 

Hiaten in het zorgsysteem 

Ons zorgsysteem biedt hier vooralsnog geen antwoord op. In een assistentiewoning leeft men ook alleen en wie geen zware zorgbehoefte heeft, kan niet in woonzorgcentrum terecht. Nochtans bieden zich regelmatig mensen aan bij woonzorgcentra omwille van een eenzaamheidsproblematiek. Ze voelen zich niet goed bij het alleen zijn en zijn soms angstig. Woonzorgcentra richten zich echter steeds meer – met uitzonderingen – op mensen met een zware zorgproblematiek. De wijze waarop ze worden gesubsidieerd, stimuleert selectie. Gezien het toenemend aantal oudere ouderen met hoge zorgnood, gecombineerd met een tekort aan geschikt personeel, is dit niet onterecht. Bovendien hebben eenzame en sociaal geïsoleerde ouderen gezelschap nodig, niet ondersteuning door gespecialiseerde zorgverleners.  

 

Vormen van samenwonen of co-housing
voor ouderen zijn schaars.
Initiatieven bestaan, maar lang niet overal
en zeker niet betaalbaar voor iedereen. 

 

Daarmee is het probleem van ouderen met eenzaamheidsgevoelens echter niet opgelost. Er is een hiaat in het systeem: vormen van samenwonen of co-housing voor ouderen zijn schaars. Initiatieven bestaan, maar lang niet overal en zeker niet betaalbaar voor iedereen. Er is geen structureel aanbod. Her en der ontstaan privé-initiatieven van meer begoede en hoogopgeleide mensen die met vrienden samen een huis of ander soort gebouw kopen en dat inrichten als een vorm van co-housing. Soms ook met infrastructuur zoals een extra appartement, voor een inwonende zorgverlener.  

Abbeyfield Vlaanderen organiseert kleinschalige co-housing voor 55-plussers. In Antwerpen en Kontich heeft een sociale huisvestingsmaatschappij Senioren Thuis-projecten en de website Homemates helpt mensen die iemand zoeken om samen een woning te delen. In Alveringem vinden we, op initiatief van Familiehulp, de seniorenhoeve Carpe Diem. Wellicht zijn er nog wel voorbeelden, maar het gaat telkens om lokale initiatieven en 'pilootprojecten'. Bovendien is er geen aangepaste regelgeving, want er zijn ook wel addertjes onder het gras: het co-housing project Villa De Proost in Rillaar moest sluiten omdat de overheid het beschouwde als een woonzorgcentrum zonder erkenning.  

Nood aan structureel en betaalbaar aanbod 

Er is nood aan een structureel aanbod dat betaalbaar is voor iedereen. Dat levensbestendig is. En dat is minstens gedeeltelijk een taak voor een overheid. De eventuele kost die eraan is verbonden, wordt gecompenseerd door uitstel van verhuis naar een woonzorgcentrum en minder ziekenhuisopnames. Minder eenzaamheid zal immers een positief effect hebben op de gezondheid en de bewoners zullen elkaar ondersteunen en helpen. Bovendien komen hun vaak te grote en onaangepaste woningen vrij voor jonge gezinnen. Voor de thuiszorg betekent het minder tijdsverlies door het afleggen van grote afstanden tussen individuele huizen. En gezinszorg kan minstens gedeeltelijk voor een groep ouderen tegelijk gegeven worden.

Waar wachten we dus nog op? 

 

Deel op facebook
Deel op twitter