Skip to main content
home-page
home-page
Ga terug naar het overzicht van nieuwsitems

“De toestand is ernstig, maar niet hopeloos”

Ouderen hebben zelf een mening over hoe hun zorg eruit moet zien. Dat laten ze ons duidelijk weten via de campagne Bepaal je eigen verhaal. En toch wordt er nog te weinig rekening gehouden met die wensen.  

Jan De Lepeleire was 34 jaar lang huisarts en coördinerend en raadgevend arts van een woonzorgcentrum, met een bijzondere belangstelling voor dementie. Hij is Emeritus Hoogleraar Huisartsgeneeskunde aan de KU Leuven en bovendien voorzitter bij Eerstelijnszone Zuid-Oost Rand Antwerpen. In deze opinie brengt hij die verschillende ervaringen samen. Hij geeft zijn visie op hoe onze maatschappij met zorg omgaat en hoe we door een shift in ons denken kunnen evolueren naar een persoonsgerichte manier van zorg.  

‘Plan 75’ als nieuwe norm? 

In de recente film ‘Plan 75’ schetst de Japanse cineaste Chie Hayakawa het fictief verhaal over hoe de Japanse overheid een instelling opzet waar mensen vanaf hun 75 jaar op eenvoudige vraag euthanasie kunnen krijgen. Daarmee stelt de cineaste in vraag hoe de maatschappij “zo onmenselijk kan zijn om de dood aan te bieden in plaats van een manier om kwetsbare mensen te helpen zich minder geïsoleerd of bang te voelen. Om hen een reden te geven om te leven in plaats van een manier om te sterven."  

De volksmond zegt ‘men is maar zo oud als men zich voelt’. Daar zit een grond van waarheid in Iedereen kent krasse tachtigers en negentigers. Tegelijk is het een feit dat gaandeweg heel wat ouderen geconfronteerd worden met wat artsen een ‘geriatrisch profiel’ noemen. Dat is “een 75-plusser met een complex ziektebeeld, als gevolg van stoornissen op lichamelijk, geestelijk en/of sociaal gebied, waardoor zelfstandig functioneren en de kwaliteit van het leven negatief beïnvloed wordt”. Dat kluwen van klachten en symptomen is complex, en vraagt veelal om een uitgebreide zorg en ondersteuning.  

 

Hoe zorgen we
dat kwetsbare ouderen
voluit kunnen en willen leven?

 

Maar hoe gaan we als samenleving om met die toenemende zorg- en ondersteuningsnoden? Hoe zorgen we dat kwetsbare ouderen voluit kunnen en willen leven? En hoe voorkomen we dat scenario’s als ‘Plan 75’ niet enkel een film, maar ook een nieuwe norm worden?  

Zet in op preventie  

‘Iedereen wil oud worden, maar niemand wil het zijn’. Tenzij dat een beetje in goede omstandigheden kan natuurlijk. Preventie kan daarbij een belangrijke rol spelen. Hoewel er in ons gezondheidszorgsysteem redelijk weinig aandacht en dus ook weinig financiering is voor dit aspect, wordt steeds duidelijker dat de effecten vaak groter zijn dan verondersteld.    

Neem nu dementie, waarover een nogal fatalistische sfeer hangt. Professor Livingston publiceerde, bijgestaan door een grote groep internationale onderzoekers, daarover een belangrijk overzicht in The Lancet. Haar vaststelling: voor 60% van de vormen van dementie zijn de risicofactoren onbekend en niet beïnvloedbaar. Maar dat impliceert dat we op 40% van de factoren wel impact kunnen hebben. Uit onderzoek weten we dat opleidingsniveau een grote invloed heeft. Maar had u verwacht dat het terugdringen van gehoorverlies potentieel een vermindering geeft van 8% op het ontwikkelen van dementie? Of dat sociale isolatie een impact heeft van 4%? En dat ook roken een impact van 5% heeft op dementie?  

 

Willen we vermijden dat ons zorgsysteem
het over enkele jaren begeeft
door de toename aan mensen met zorgnoden,
dan zal de overheid hier véél doortastender
op moeten inzetten.

 

Uit dit werk trek ik twee grote conclusies. Ten eerste: het verhaal van gezond leven en preventie op vlak van roken, gewicht, beweging, bloeddruk en alcohol blijft als een paal boven water staan. Maar ten tweede: ook belangrijke maatschappelijke elementen spelen een rol. Artsen hebben weinig impact op de organisatie van de openbare ruimte, de inplanting van woningen, het vermijden van sociale isolatie of de kwaliteit van de lucht.  

Willen we vermijden dat ons zorgsysteem het over enkele jaren begeeft door de toename aan mensen met zorgnoden, dan zal de overheid hier véél doortastender op moeten inzetten. Gezonde, toegankelijke en uitnodigende leefomgevingen zijn essentieel voor de toekomst en houdbaarheid van de zorg.   

Maak werk van competentiegerichte zorg  

De toestand is ernstig, maar niet hopeloos. De vergrijzing stelt ons voor uitdagingen, maar eigenlijk wordt al jaren gewerkt om de toestand een positieve kant uit te sturen. Zonder volledig te willen zijn, schets ik enkele belangrijke evoluties.   

De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) die verantwoordelijk is voor grote classificatiesystemen, heeft in 1999 al radicaal het roer omgegooid. In plaats van een klassering van ziekten en handicaps te publiceren, heeft ze gezegd: we moeten kijken naar functioneren en naar wat mensen wél zouden moeten kunnen. De WGO publiceerde de ‘International Classification of Functioning (ICF)’ die de basis werd voor het denken over functioneren en revalidatie. Daarom stelde toenmalig en huidig minister van Volksgezondheid Frank Van den Broucke dat we moesten stoppen met denken vanuit het invaliditeitsdenken, dat in onze regelgeving zeer sterk aanwezig was en nog steeds is: er werd gekeken naar wat men niet (meer) kan.   

De minister stelde, in lijn met het voorstel van de WGO, het competentiedenken voorop: wat kunnen we nog wel of wat zouden we nog willen kunnen en wat is daarvoor nodig. Waar vroeger de insteek was: ‘U kan niet meer stappen, we vergoeden u een rolstoel’ werd het: ‘U kan niet meer stappen, wat hebt u nodig om een rolstoel te vermijden, welke revalidatie moeten we daarvoor inzetten en wat moeten we doen om dat resultaat te behouden?’   

Die redenering heeft als consequentie dat men ook anders is gaan kijken naar zorgbehoefte, die ontstaat wanneer iemand voor essentiële levenstaken de hulp van derden nodig heeft. De financiering in de ouderenzorg is tot nu toe gebaseerd op de ‘Katzschaal’. Een schaal ontwikkeld door Prof. Katz, bedoeld om het revalidatieproces van dames met een heupfractuur op te volgen. Een grootschalig onderzoek besloot dat het InterRAI instrument, ontwikkeld door de opvolgers van Katz, geschikt was om de zorgbehoefte te meten vanuit het revalidatie- en competentiedenken. Ondertussen werd een Belgische versie ontwikkeld, de BelRAI. De eerste ervaringen en getuigenissen van diensten die al instapten, zijn positief en enthousiasmerend.      

Persoonsgerichte zorg vraagt een shift in ons denken   

Bij het uitwerken van een zorgplan is de inbreng van de persoon zelf en zijn/haar mantelzorgers onmisbaar. Hier komt het begrip ‘persoonsgerichte zorg’ om de hoek kijken. Dit begrip betekent “dat de waarden en voorkeuren van individuen worden uitgevraagd en, eenmaal uitgedrukt, de leidraad vormen voor alle aspecten van hun gezondheidszorg, waarbij hun realistische gezondheids- en levensdoelen worden ondersteund. Persoonsgerichte zorg wordt bereikt door een dynamische relatie tussen individuen, anderen die belangrijk voor hen zijn en alle relevante zorgverleners. Deze samenwerking voedt de besluitvorming in de mate die het individu wenst.”   

 

Bij het uitwerken van een zorgplan
is de inbreng van de persoon zelf
en zijn/haar mantelzorgers
onmisbaar.

 

Een recent boek diept dit uit op een zeer concrete manier: ‘Persoonsgerichte zorg. 15 hefbomen voor zorgverbeteraars’. Volgens de auteurs gaat het “om het je bekommeren om de persoon en je afstemmen op hoe hij zijn gezondheid ziet en beleeft”. Verder stellen ze dat dit zelfs niet erg moeilijk is, dat het een basisattitude veronderstelt die aandacht heeft voor de kleine, soms ogenschijnlijk onbelangrijke elementen. Maar die er voor de patiënt wel enorm kunnen toedoen.   

We gaan in de goede richting. We zien al een heleboel nieuwe initiatieven ontstaan die gemeen hebben dat de kern van hun verhaal nu net die persoonsgerichte zorg is. Maar het zal een belangrijke shift in het denken van overheden, burgers én zorgaanbieders vragen om dit op grote schaal te bereiken. De Nederlands verpleegkundige, Teun Toebes, die ook een opleiding ethiek volgde, ging zelf in een woonzorgcentrum wonen. Vanuit die ervaring schreef hij een sterk boek dat boeiend kan zijn voor velen. Zijn werk bevat een reeks van reflecties die kunnen bijdragen aan de (re)framing van dementie waar onze samenleving zo’n dringende nood aan heeft.    

Persoonsgericht zorg zou overal
het vertrekpunt moeten zijn.
De eerstelijnszones kunnen daarbij
een meerwaarde betekenen.  

 

En dan is er nog het ‘Tubbe-model’ dat door de Koning Boudewijnstichting naar voren geschoven wordt. Dat is een relatiegericht zorgverleningsmodel dat in het Tubberödshus in de Zweedse gemeente Tjörn werd uitgerold, geïnspireerd op praktijken in het Lottehemmet zorgcentrum in Denemarken. Het uitgangspunt van het Tubbemodel luidt: ‘Zolang een mens leeft, wil hij leven!’ Uniek aan het Tubbe-model is het ‘relationele aspect’ waardoor een warme en menselijke omgeving voor bewoners en medewerkers ontstaat. Een aangename, huiselijke plek waar ouderen hun leven nog ten volle kunnen leven én een aantrekkelijke, motiverende job voor medewerkers! Ook het Tubbe-model kan zorgen voor meer persoonsgerichte zorg.   

Persoonsgericht zorg zou overal het vertrekpunt moeten zijn. Voor de grote groep ouderen in de thuiszorg kunnen de eerstelijnszones (ELZ) daarbij een meerwaarde betekenen. In Vlaanderen zijn er 60 ELZ. Ze werden door toenmalig minister Vandeurzen opgericht om échte geïntegreerde zorg mogelijk te maken. Ze moeten ervoor zorgen dat in elke regio zowel de actoren binnen zorg en welzijn als de lokale besturen naar een echte integratie kunnen groeien. De vaccinatiecentra die ze hebben georganiseerd, was een eerste majeur (sociaal) experiment. Na twee jaar werking heeft de Vlaamse overheid beslist dat er grondig moet gesleuteld worden aan de werking en de financiering van de ELZ. Dit (tijdrovend) proces is nu aan de gang. Hopelijk leidt dat tot voldoende beleidsruimte en middelen om de grote ambities waar te maken.  

Conclusie: maak werk van een breed en doortastend preventie en competentiegericht beleid en ontwikkel (verder) de hefbomen voor echte persoonsgerichte zorg, zeker in de thuiszorg.   

 

Deel op facebook
Deel op twitter