Skip to main content
home-page
home-page
Ga terug naar het overzicht van nieuwsitems Maggy RainbowAmbassadors

Is het huidige zorglandschap LGBTQI+-vriendelijk? Rik en Maggy vertellen

Op de foto: Maggy © Mark Cuvelier

Iedereen wordt ouder. En vroeg of laat worden we allemaal geconfronteerd met zorgnoden. Soms bij onszelf, soms bij mensen uit onze nabije omgeving. En wanneer die zorgnoden er zijn, moeten we een beroep doen op bepaalde diensten. Blijven we thuis wonen en rekenen we op hulp van naasten? Kiezen we voor ondersteuning van een zorgmedewerker? Of verhuizen we naar een aangepaste woonvorm?

Wij gingen in gesprek met Rik (75) en Maggy (75). Maggy is lesbisch, Rik identificeert zich als homo. Zij vertellen ons of het feit dat ze zich als LGBTQI+ identificeren, invloed heeft op hun keuzes wanneer zorgnoden toenemen.

Maggy (75) schreef mee aan het manifest van de RainbowAmbassadors

Maggy: “Ik ben co-voorzitster van de RainbowAmbassadors, een organisatie die LGBTQI+-senioren een gezicht en een stem geeft. Aangezien ik al sinds jaar en dag opkom voor de rechten van LGBTQI+-senioren, vind ik het belangrijk dat hun visie ook wordt meegenomen in de campagne ‘Bepaal je eigen verhaal’. LGBTQI+-personen maken 10% uit van de bevolking. Ook zij komen dus in aanraking met thuiszorgdiensten, zorginstellingen, lokale dienstencentra, woonzorgcentra en noem maar op. Ook met hun noden, wensen en behoeften moet er rekening gehouden worden.”

Te weinig zichtbaarheid

“Of er vandaag in het zorglandschap een taboe kleeft op homo- en transseksualiteit? Ja. Vroeger werd het ‘homo-zijn’ of ‘trans-zijn’ echt beschouwd als een ziekte. Veel ouderen dragen dat gevoel nog steeds met zich mee. En hoewel de samenleving ondertussen een pak positiever naar LGBTQI+-personen kijkt, zijn er weinig mensen die echt weten hoe ze op een gepaste manier met homo- en transseksualiteit om moeten gaan. En dat merk je ook in het zorglandschap. Er zijn weinig zorgmedewerkers die tijdens hun zorgopleiding over LGBTQI+-personen leerden. Zorgopleidingen gaan altijd uit van heteronormaliteit, maar dat is verkeerd. En daardoor tonen zorgmedewerkers vaak weinig belangstelling voor LGBTQI+-personen, simpelweg omdat die groep niet zichtbaar is. Dat zorgt ervoor dat mensen die zich als homo of trans identificeren, schrik hebben dat ze niet aanvaard zullen worden.”

"Hoewel de samenleving ondertussen
een pak positiever naar LGBTQI+-personen kijkt,
zijn er weinig mensen die echt weten
hoe ze op een gepaste manier met
homo- en transseksualiteit om moeten gaan.
En dat merk je ook in het zorglandschap."

Maggy

“Een voorbeeld. Meld ik mij ergens aan? Dan vragen zorgmedewerkers steevast of ik een man en (klein)kinderen heb. Waarom vragen ze niet gewoon naar mijn partner? Door die uitspraak, geven zorgmedewerkers LGBTQI+-personen onbewust het gevoel dat ze niet welkom zijn.”

Weer in de kast kruipen

“Ik hoop dat ik zolang mogelijk in mijn huidige woning zal kunnen blijven wonen. Mijn vriendin en ik hebben enkele aanpassingen gedaan, die het mogelijk maken om hier ook met zorgnoden te blijven. En mocht het ooit nodig zijn, dan verhuis ik naar een woonzorgcentrum. Schrik om naar een WZC te verhuizen heb ik niet, al zou ik mij wel goed informeren over het WZC waar ik terechtkom. Is het een WZC dat openstaat voor LGBTQI+-personen? Zou ik er aanvaard worden? Is het zorgpersoneel opgeleid over LGBTQI+-thema’s? Zo zijn er woonzorgcentra die rond IDAHOT (de Internationale Dag tegen Homofobie, Bifobie, Transfobie en Interseksfobie, red.) initiatieven opzetten. Of die dag aangrijpen om de bewoners over het thema in te lichten. Er zijn ook WZC die LGBTQI+-affiches ophangen, of een regenboogvlag uithangen. Door homo- en transseksualiteit op die manier zichtbaarheid te geven, voelen LGBTQI+-personen zich sneller op hun gemak. Ze weten dat ze welkom zijn en aanvaard zullen worden.”

"Schrik om naar een WZC te verhuizen heb ik niet,
al zou ik mij wel goed informeren
over het WZC waar ik terechtkom.
Zou ik er aanvaard worden?"

Maggy

“In andere woonzorgcentra wordt het thema doodgezwegen. Als directieleden er niet over durven praten, dan spreekt het personeel er ook niet over en bewoners bijgevolg ook niet. Ik ken enkele mensen die in een woonzorgcentrum wonen waar niemand over hun geaardheid wil of durft praten. Als LGBTQI+-persoon kruip je dan gewoon weer in de kast. Of je verhuist terug naar je vorige woning, ook al was die niet aangepast aan je zorgnoden. En ik ken mensen die homo of lesbisch zijn, maar waarbij hun partner niet op bezoek durft te komen in het woonzorgcentrum. En een moeder die een dochter heeft die lesbisch is, maar haar niet met haar partner durft te ontvangen in het woonzorgcentrum.”

“LGBTQI+-personen kruipen trouwens niet enkel in WZC weer in de kast. Ook in lokale dienstencentra en andere ontmoetingsplekken durven LGBTQI+-personen vaak zichzelf niet zijn.”

Fysieke en mentale gevolgen

“Niet uit de kast durven komen, kan ook medische gevolgen hebben. Iemand die HIV heeft, moet medicatie nemen. Weet de zorgmedewerker of thuisverpleger niet dat iemand HIV heeft? Dan krijgt die persoon de juiste medicatie niet. En hetzelfde geldt voor transpersonen. Ook zij moeten dagelijks medicatie slikken.”

“En ook mentaal kan het wegen op mensen als ze niet uit de kast durven komen. Zo belanden sommige ouderen in eenzaamheid, omdat ze geen sociale contacten durven leggen. Bijvoorbeeld met medebewoners in een woonzorgcentrum. Uit schrik dat ze niet aanvaard zullen worden. Om ook LGBTQI+-personen de kans te geven op oudere leeftijd een sociaal netwerk op te bouwen, zou het een meerwaarde zijn als lokale dienstencentra en woonzorgcentra bijvoorbeeld 3 à 4 keer per jaar een bijeenkomst zouden organiseren voor LGBTQI+-personen. Zo kunnen zij gelijkgezinden leren kennen en nieuwe vriendschappen sluiten. Durven ouderen niet uit de kast komen in hun dienstencentrum of woonzorgcentrum? Dan kunnen ze daarover praten op die bijeenkomst.”

“Of een apart woonzorgcentrum voor LGBTQI+-personen een oplossing zou zijn? Voor mij niet. We hebben het recht om te wonen waar we willen en bij wie we willen. We willen vooral dat de samenleving openstaat voor LGBTQI+-personen en ons omarmt.”

“Of een apart woonzorgcentrum voor
LGBTQI+-personen een oplossing zou zijn?
Voor mij niet.
We hebben het recht om te wonen
waar we willen en bij wie we willen."

Maggy

Dezelfde verzuchtingen

“Ouder worden als LGBTQI+-persoon komt trouwens in grote lijnen overeen met ouder worden als heteropersoon. De verzuchtingen die hetero’s hebben? Die hebben wij ook. In de eerste plaats willen we natuurlijk allemaal kwalitatieve zorg krijgen. En net zoals heteropersonen missen we bijvoorbeeld koppelkamers in assistentiewoningen en woonzorgcentra. Waarom zijn er bijna nooit kamers met een dubbel bed? Of een snoezelruimte, waar je met je partner intiem kan zijn als je dat wenst? En we hechten ongeacht onze geaardheid allemaal belang aan privacy. We willen niet op een plek gaan wonen waar onze deur altijd openstaat, of waar iedereen zomaar binnen en buiten kan lopen.”

Positieve evolutie

“Of ik als LGBTQI+-persoon negatief kijk naar de toekomst van de ouderenzorg? Zeker niet. Er is een positieve evolutie aan de gang. RainbowAmbassadors heeft een manifest geschreven met punten waaraan een stad moet voldoen, om respect te tonen voor alle vormen van seksualiteit en geaardheid. Stad Gent heeft ons manifest ondertekend, en alle punten van ons manifest zijn afgevinkt. Alle Gentse woonzorgcentra en lokale dienstencentra hebben bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon, en alle medewerkers kregen een opleiding waarin ze met respect leerden omgaan met LGBTQI+-personen.”

“Maar niet in elke stad of gemeente worden LGBTQI+-personen aanvaard. Terwijl het mentaal en fysiek welzijn van LGBTQI+-senioren een fundamenteel mensenrecht is. Het is aan de overheid om een duidelijk kader te integreren voor LGBTQI+-personen in de zorg. En er moeten controles komen die kijken of elke zorginstelling dat wettelijk kader goed toepast. Ook de opleidingen moeten veranderen. Elke zorgmedewerker moet al in zijn of haar opleiding in aanraking komen met homo- en transseksualiteit. Bovendien zou het fijn zijn als de minister van Welzijn ons manifest zou lezen. Dat omvat in één oogopslag alle vragen van de LGBTQI+-gemeenschap, en adviezen om de samenleving homo- en transvriendelijk te maken. Het is niet omdat niet alle LGBTQI+-personen de moed hebben om op tafel te kloppen, dat we niet serieus genomen moeten worden.”

Naar het manifest van de RainbowAmbassadors

Rik (75) denkt zelf na over zijn toekomst door zijn vrijwilligerswerk in de zorg

Rik: “Ik ben vrijwilliger bij een palliatieve thuiszorgdienst, en kom dus veel met het thema zorg en met mensen met zorgnoden in aanraking. Daardoor denk ik ook soms na over mijn eigen toekomst. Ik woon nu nog zelfstandig, maar stel dat ik zorgnoden krijg? Zal ik hier dan kunnen blijven wonen?”

Mix van generaties

“Het feit dat ik mij als LGBTQI+ identificeer, beïnvloedt mijn huidige keuzes en mijn toekomstkeuzes niet. Net als heteromensen heb ik recht op goede zorg. Dat ik geen partner heb, beïnvloedt mijn keuze dan weer wel. Ik kan niet op een partner rekenen als ik beginnende zorgnoden heb. En aan een goede vriend of buur vragen om mij te wassen? Dat ga ik niet doen. Ik wil hen niet met zware zaken belasten. Daarom zal ik al snel een beroep moeten doen op een professionele thuiszorgdienst.”

“Het feit dat ik mij als LGBTQI+ identificeer,
beïnvloedt mijn huidige keuzes en mijn toekomstkeuzes niet.
Net als heteromensen heb ik recht op goede zorg."

Rik

 “Als het moet, sta ik er ook voor open om te verhuizen. Een assistentiewoning spreekt mij bijvoorbeeld wel aan. Of een cohousingsinitiatief. En dan een liefst een initiatief waar ook jongere mensen wonen, zodat je met verschillende generaties in contact blijft staan. Verhuizen naar een woonzorgcentrum? Daar sta ik minder voor open. Net omdat je dan tussen allemaal leeftijdsgenoten woont.”

Financiële zorgen

“Wanneer je zorgbehoevend wordt, lopen de kosten al snel hoog op. Dat merk ik ook op mijn vrijwilligerswerk. Financieel maak ik mij dus wel zorgen. Met een gewoon pensioen kan je al die zorg- en ondersteuningsvormen niet betalen. Mocht ik zorgnoden krijgen, zou ik serieus aan levenscomfort moeten inboeten. Deelnemen aan activiteiten? Genieten van lekker eten? Op uitstap gaan? Dat kost allemaal geld. Geld dat ik niet meer zal hebben als ik zorgnoden zou krijgen.” 

Opleiden van zorgmedewerkers

“Of het zorglandschap vandaag LGBTQI+-vriendelijk is? Niet helemaal. Er is sowieso nog werk aan de winkel. Zorgmedewerkers hebben vandaag weinig kennis over homo- en transseksualiteit. En wanneer zorgmedewerkers niet openlijk over dit thema durven of kunnen praten – veelal uit onwetendheid –, dan durven LGBTQ+-ouderen dat ook niet. Uit schrik dat ze niet aanvaard zullen worden. Zorgmedewerkers opleidingen of vormingen geven, is voor mij dan ook de eerste stap naar een LGBTQI+-vriendelijk zorglandschap. Zorgmedewerkers moeten zich bewust zijn van de diversiteit in de maatschappij, en ze moeten met die diversiteit leren omgaan.”

"Zorgmedewerkers opleidingen of vormingen geven,
is voor mij de eerste stap
naar een LGBTQI+-vriendelijk zorglandschap."

Rik

“Zelf heb ik nog weinig negatieve ervaringen gehad. Ik ben sterk genoeg en durf over mijn geaardheid spreken. Al besef ik wel dat negatieve reacties een effect kunnen hebben op mijn mentaal welzijn. En ook niet iedereen durft zoals ik met anderen in gesprek te gaan. En niet iedereen kan met negatieve reacties omgaan. Daarom kruipen sommige mensen op oudere leeftijd weer in de kast, om zichzelf te beschermen.”

“Gelukkig merk ik dat – door openlijk over mijn geaardheid te babbelen – veel zorgmedewerkers wél openstaan voor de LGBTQI+-community. De meeste mensen aanvaarden ons, en hebben respect voor ons. Doordat ik de confrontatie met hen aanga over mijn geaardheid, verdwijnen hun vooroordelen. Dat helpt mij ook, want daardoor kan ik mijn eigenheid bewaren. Uiteindelijk ben ik in de eerste plaats gewoon een mens. En daarbij ook homo. Het is belangrijk dat de volledige samenleving ons zo leert zien.”

Deel op facebook
Deel op twitter