© Jos Thorrez
Uit cijfers blijkt dat 5% van de 65-plussers in een woonzorgcentrum woont. 95% van de ouderen woont dus in een eigen huis, een assistentiewoning, een cohousingsinitiatief, een kangoeroewoning of een zorgwoning. Belangrijk is dan natuurlijk dat de woning is aangepast aan de veranderende noden en behoeften van de oudere bewoner. Wie minder mobiel wordt, heeft het bijvoorbeeld moeilijk met trappen of drempels in de woning. Voor anderen wordt het moeilijk om een bad in te stappen.
Daarom kiezen sommige ouderen ervoor om hun eigen woning tijdig aan te passen. Bijvoorbeeld door een traplift te installeren of door het bad te vervangen door een inloopdouche. Anderen beslissen dan weer om hun woning te verkopen, en te investeren in een toegankelijke manier van wonen.
De Vlaamse Ouderenraad ging in gesprek met Pierre (76), Jos (78) en Kathleen (71). Alle drie dachten ze tijdig na over de plek waar ze ouder willen worden.
Pierre (76) verhuisde van een huis naar een appartement
Pierre woonde lang in een gezinswoning aan de rand van Hasselt. Er waren voldoende voorzieningen op fietsafstand, en het huis onderhouden lukte nog prima. Toch besloten Pierre en zijn vrouw drie jaar geleden om te verhuizen naar een appartement in het centrum van Hasselt. Ze voelden dat hun mobiliteit erop achteruitging, en ze wilden niet meer afhankelijk zijn van de fiets.
Pierre: “Op het moment dat mijn vrouw en ik besloten om te verhuizen, voelden we ons fysiek nog perfect in staat om onze woning te onderhouden. En ook naar de winkels in de buurt fietsen, was geen probleem. Maar ik vond het gevaarlijk om op onze fiets te blijven vertrouwen. Want wat als onze gezondheid het plots niet meer zou toelaten? Daarom beslisten we om een appartement te kopen in het centrum van Hasselt. Bakkers, slagers, huisartsen, kledingwinkels, tandartspraktijken… Alles is nu op wandelafstand.”
Een groene omgeving
“Of ik er moeite mee had om te verhuizen? Nee, eigenlijk niet. De woning waar we woonden, was een huurwoning. Onze gezinswoning in de binnenstad hadden we 12 jaar daarvoor al verkocht. En de huurwoning op de rand van de stad zou op termijn sowieso problemen opleveren als we ons naar basisvoorzieningen zouden willen verplaatsen. Het appartement waar we nu wonen, heeft trouwens een groot, groen dakterras. Daardoor heb ik niet het gevoel dat ik in de stad woon. Ik kan nog naar buiten gaan en genieten van de natuur. En ons appartement is ruim. We hebben twee slaapkamers, een badkamer met inloopdouche, een keuken en een living. Natuurlijk is onze ruimte een pak beperkter dan in onze gezinswoning. Dat is aanpassen. Maar het appartement is groot genoeg voor ons tweeën.”
“We gaan ervan uit dat we hier nog lang samen zullen kunnen wonen. De kinderen wonen trouwens in de buurt. Mochten we ooit hulpbehoevend worden, kunnen we ongetwijfeld op hen rekenen. En ook onze vrienden en kennissen wonen allemaal vlakbij. Dat is een voordeel aan in de stad wonen: iedereen kan hier makkelijk langskomen. En natuurlijk zijn er genoeg hulpinstanties in de buurt, waarop we een beroep kunnen doen mocht het nodig zijn.”
Belang van grote ruimtes
“Ik ben zeer tevreden dat we de stap hebben gezet. We zijn verhuisd op een moment dat we nog goed in ons vel zaten. We voelen ons nog gezond en jong. Verhuizen op een moment dat ik al tal van zorgnoden heb? Dat zou ik niet meer zien zitten. Doordat we onze eerste gezinswoning verkocht hebben, hebben we het trouwens ook op financieel vlak nooit moeilijk gehad.”
“Toch vind ik dat de overheid ervoor moet zorgen dat ook mensen die op de rand van een stad wonen, makkelijk naar alle voorzieningen kunnen. Door bijvoorbeeld extra te investeren in het openbaar vervoer en andere vervoersopties. Ik vind bovendien dat nieuwbouwwoningen meteen toegankelijk gemaakt moeten worden. Ons appartement had bijvoorbeeld een ligbad, wij hebben er zelf voor gekozen om dat te vervangen door een inloopdouche. En de inkom van ons appartement heeft een drempel. Als mijn vrouw of ik ooit een rolstoel nodig hebben, zullen we die drempel moeten wegwerken. Daarnaast moet er ook meer aandacht zijn voor groen in en rond woningen. Mocht mijn appartement geen ruim dakterras hebben? Dan had ik het nooit gekocht!”
Jos (78) liet een bungalow bouwen in zijn eigen tuin
Negen jaar geleden besliste Jos om een bungalow te laten bouwen – een woning met alleen een benedenverdieping. Het huis waar hij en zijn vrouw woonden was veel te groot, en de slaap- en badkamer bevonden zich op de bovenverdieping. En omdat ze een grote tuin hadden, beslisten ze om de nieuwe woning daar te plaatsen.
Jos: “Mijn vrouw en ik waren gelukkig in ons huis in Rotselaar. Maar negen jaar geleden werd het tijd om onze oubollige badkamer te verbouwen. Alleen: de bouwwerken zouden zo ingrijpend zijn, dat we begonnen te twijfelen over het nut ervan. Ons huis was erg onpraktisch ingedeeld. Voor elke verplaatsing in huis, moesten we minstens drie trappen doen. Ook mijn schoonvader van 99 jaar, die in een rolstoel zat, kon zich amper nog verplaatsen in onze woning. Wilden we hier wel oud worden?”
Bouwen in eigen tuin
“Eén van onze kinderen suggereerde om een nieuw huis te laten bouwen. In onze eigen tuin, want enkele jaren daarvoor hadden we een extra stuk grond naast onze woning kunnen kopen. Zo gezegd, zo gedaan. De nieuwe woning is een bungalow en volledig aangepast aan onze veranderende noden. De deuren zijn allemaal rolstoeltoegankelijk, we hebben een inloopdouche en nergens drempels. Bovendien hebben we nu ook een warmtepomp, waar we amper onderhoud aan hebben. Een groot verschil met onze vorige woning, want daar verwarmden we nog met stookolie.”
“Onze bungalow is energiezuinig, en daardoor kregen we vijf jaar lang een halvering van de onroerende voorheffing. Dat wil zeggen dat onze jaarlijkse belasting een pak lager was dan vroeger. We hadden een goed contact met onze architect, en hij heeft ons geholpen met het in orde brengen van onze papieren. Binnenkort laten we nog zonnepanelen plaatsen, om onze energiefactuur te drukken. En onze vorige woning? Die hebben we verkocht. De stukken grond waren opgedeeld in twee kavels, en hebben dus een apart huisnummer.”
Meer comfort, weinig onderhoud
“We hebben ooit getwijfeld om een appartement te kopen in het centrum van Leuven, maar dat zou voor ons een duurdere keuze geweest zijn én we wonen hier erg graag. Onze kinderen en kleinkinderen wonen in de buurt en komen regelmatig langs. En we hebben alle voorzieningen in de buurt. Ik kan te voet naar de huisarts gaan, en alle winkels zijn bereikbaar met de fiets. En wanneer fietsen niet meer zou lukken? Dan kan ik mij verplaatsen met het openbaar vervoer. Elk half uur passeert hier vlakbij een bus”
“Ik ben blij dat we enkele jaren geleden deze stap gezet hebben. Onze woning is voorzien van alle comfort, én makkelijk te onderhouden. Sinds we verhuisd zijn, heb ik veel minder zorgen. Het enige minpuntje? We hebben nog steeds een vrij grote tuin, die veel onderhoud vraagt. Mijn vrouw maakt zich daar zorgen over. Ikzelf zie voorlopig geen probleem. Ik vind het heerlijk om te werken in mijn kruidentuin, en haal daar enorm veel energie uit. En wanneer ik bezig ben in de tuin, stoppen voorbijgangers vaak om een babbeltje te maken. Ook daar geniet ik van.”
Kathleen (71) verbouwde een rijwoning in de stad
Toen ze 60 werd, beslisten Kathleen en haar partner om te verhuizen. Ze verlieten hun woning aan de rand van Ieper, en verhuisden naar het centrum. De enige voorwaarde voor de nieuwe woning? Er moest veel groen in de omgeving zijn.
Kathleen: “Ik ben vroeg gestart met na te denken over later. Ik werkte in de thuisverpleging, en ik kwam vaak bij mensen thuis die de moed niet meer hadden om te verhuizen. Ook al woonden ze in een volledig onaangepaste woning. Dat ik op tijd ging verhuizen, stond dan ook buiten kijf. Ik wilde graag in Ieper blijven, want ik ben actief in tal van verenigingen en organisaties. Mijn vrijetijdsbesteding wilde ik niet stopzetten.”
Zomeravonden in de tuin
“Mijn nieuwe woning bevindt zich in het centrum van de stad. Ik ben dus in mijn vertrouwde omgeving gebleven, én ik vind alle basisvoorzieningen op slechts 100 meter van mijn deur. Ik wilde ook in een rijhuis wonen, omwille van het gevoel van veiligheid. Doe ik mijn rolluiken een dag niet omhoog? Dan zullen mijn buren onmiddellijk komen vragen of er iets is. En ik moet mijn huis minder verwarmen, want ik profiteer mee van de warmte van mijn buren.”
“Ik woon dan misschien in het centrum, toch heb ik nog veel groen rondom mij. Mijn huis heeft een gezellige tuin, waar ik op zomeravonden vleermuizen spot en geniet van een glaasje wijn. Ik woon ook vlak bij een wandelpad, dat je volledig rond de stad laat wandelen.”
Inloopdouche en huislift
“Twintig jaar geleden was ik slachtoffer van een arbeidsongeval. Sindsdien zit ik in een rolwagen. Toch hebben mijn man en ik er opnieuw voor gekozen om een huis met verdiepingen te kopen, want we hechten veel belang aan ruimte. De nieuwe woning werd bij de vorige bewoners verwoest door een brand. We moesten de woning dus volledig verbouwen. Daardoor hadden we wel carte blanche, en konden we alle aanpassingen doorvoeren die we wilden. We hebben bijvoorbeeld een huislift geïnstalleerd, waardoor ik moeiteloos met mijn rolwagen naar boven kan. Ook onze badkamer is ruim, en we hebben een bad met handgrepen én een inloopdouche.”
“Andere vormen van ondersteuning heb ik voorlopig nog niet nodig. Mijn partner kan mij helpen waar nodig, en verder probeer ik zoveel mogelijk zelfstandig te doen. Ik word niet graag geholpen (lacht).”
Recht op tegemoetkomingen
“Omdat ik invalide ben door een arbeidsongeval, heb ik het geluk dat mijn verzekeringsmaatschappij de aanpassingen in mijn woning heeft vergoed. En dankzij mijn verzekering heb ik ook een aangepaste wagen kunnen kopen. Ook via het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap kon ik enkele tegemoetkomingen krijgen. Andere mensen hebben dat geluk niet, en moeten zelf voor alle kosten opdraaien. Want wist je dat je enkel een tegemoetkoming kan vragen aan het VAPH, wanneer je bij je eerste ondersteuningsvraag jonger bent dan 65 jaar? Heel veel mensen vallen daardoor uit de boot.”
(Foto’s van links naar rechts: het groene dakterras van Pierre z’n appartement, Jos z’n vroegere woning, de bungalow waar hij nu woont, de huislift van Kathleen)
Ook Rik (73) en Fred (68) dachten tijdig na over later en maakten hun woning toegankelijk. Je vindt hun getuigenissen hier.